Objectief of lens?
Het objectief is een belangrijk onderdeel van de camera. Zonder dat kun je geen foto's maken. Het objectief zorgt ervoor dat het onderwerp dat je wilt fotograferen wordt weergegeven op de sensor van je camera. Het objectief wordt ook lens genoemd. Er wordt dan hetzelfde mee bedoeld maar er is toch een verschil. Hoe zit dat? Een objectief is een soort buisbuis waar meerdere lenzen inzitten. De lenzen zorgen ervoor dat beeldfouten of afwijkingen (aberratie) worden gecorrigeerd. Als je een objectief uit elkaar zou halen of dwars doormidden zou zagen (wat ik natuurlijk afraad) dan zie je goed hoe een objectief is opgebouwd. Veel beginnende fotografen houden zich niet zo bezig met het objectief en dat is begrijpelijk. Maar als je serieuzer met fotograferen bezig bent dan is het wel handig om er iets vanaf te weten. In dit artikel leg ik het één en ander uit.
Brandpuntsafstand
Een veel gehoorde term is de brandpuntsafstand van het objectief, maar wat is dat eigenlijk. Simpel uitgelegd is de brandpuntsafstand “de afstand in mm tussen het punt waar de lichtstralen in het midden van het objectief binnenkomen en het punt waar het licht gebundeld op de sensor samenkomt.”
Richt je een lens op de zon en houd je aan de andere kant een stukje papier op de juiste afstand, dan wordt het punt waar het licht op valt heel klein en scherp. Uiteindelijk zal het door de hitte gaan smeulen. Dat punt is dan letterlijk het brandpunt en de brandpuntsafstand is de afstand vanaf dat punt tot de lens.
Voor je fotografie is dit verder niet zo interessant. Maar het is wel belangrijk dat je snap wat de brandpuntsafstand van je objectief doet met het onderwerp dat je fotografeert.
Brandpuntsafstanden worden uitgedrukt in getallen bijv 18mm, 50mm, 100mm, 200mm, enz. Die getallen vind je op je objectief terug. Het is eigenlijk heel simpel. Hoe kleiner het getal is hoe groter de beeldhoek is. Je krijgt meer op je foto en we spreken dan over groothoek. Is het getal groter dan wordt het onderwerp dichterbij gehaald (inzoomen) en de beeldhoek wordt dan kleiner.
illustratie rechts is van Olympus.BE)
Soorten objectieven
Er zijn enorm veel verschillende objectieven die allemaal weer andere eigenschappen hebben. Belangrijk is om te weten dat je op een Spiegelreflex- en Systeemcamera een ander objectief kunt bevestigen. Camerabody en objectief zijn twee aparte onderdelen. Bij een Compact- en Bridgecamera kun je het objectief niet omwisselen met een ander. Camera en objectief zijn één geheel. Hier kom ik verderop op terug.
Objectieven kun je indelen in twee hoofdgroepen namelijk objectieven met een vast brandpunt. Dit zijn objectieven waarmee je niet kunt zoomen. Die worden ook vaak prime-lenzen genoemd. De andere groep zijn de objectieven met variabele brandpuntafstanden. Die worden zoomobjectieven genoemd. Op een Spiegelreflex- en Systeemcamera kun je een objectief met een vast brandpunt bevestigen of één met een variabel brandpunt. Op een Compact- en Bridge camera zit altijd een objectief met een variabel brandpunt.
Objectief met vast brandpunt (prime)
Waarom zou je een objectief nemen waarmee je niet kunt zoomen, is een vraag die ik regelmatig krijg. Prime-lenzen hebben een vast brandpunt, bijvoorbeeld 50mm. Daar kun je dus niet mee zoomen. Dat betekent dat als je je onderwerp dichterbij wilt fotograferen of je wilt meer beeld hebben, je dan een stap naar voren of naar achteren moet doen. Je benen zijn als het ware de zoom. Je bent op die manier actief bezig met het bepalen van je beelduitsnede terwijl je wel steeds dezelfde beeldhoek houdt (namelijk 50mm).
Prime-lenzen hebben het voordeel dat ze een scherper beeld opleveren. Dat komt omdat de lens maar op één afstand afgestemd hoeft te worden (omdat je niet kunt inzoomen). De lichtgevoeligheid van prime-lenzen is ook een voordeel. De grootste diafragma opening kan liggen bij een waarde van f 2.0, f 1.8 of lager. Ze zijn er in allerlei uitvoeringen en het 50mm objectief is een hele populaire die iedere fotograaf met een spiegelreflex- en systeemcamera in de tas zou moeten hebben.
Objectief met een variabel brandpunt
Veel fotografen gebruiken zo’n objectief. Hierin zijn veel variaties en een populair type is het 18-200mm objectief. Hierbij heb je twee uiterste brandpunt afstanden namelijk 18mm voor groothoek en 200mm voor inzoomen. Het voordeel van dit objectief is dat je verschillende beeld uitsnedes met één objectief kunt maken vanaf één standpunt. Dat is natuurlijk heel handig als je niet naar je onderwerp kunt lopen (zoals met een prime-lens). Objectieven met een variabel brandpunt zijn vaak groter en zwaarder dan een prime-lens en vaak ook minder lichtgevoelig.
Door het variabele brandpunt verandert ook de diafragma-opening steeds mee. Het effect is een minder scherp beeld (wat niet wil zeggen dat je foto niet scherp is) omdat er veel lenselementen nodig zijn om de beeldfouten (abettatie) te corrigeren. Daar moet je bij het fotograferen rekening mee houden. Bij een 18-200mm objectief is het grootste diafragma f 3.5 bij 18mm en bij 200mm is dat f 5.6. Deze waardes kunnen kunnen per objectief verschillen. Duurdere objectieven hebben vaak een vaste f-waarde per brandpunt, meestal is dat f 2.8.
Veel fotografen werken liever met een prime-lens dan met een objectief met variabel brandpunt. Dat betekent wel dat ze vaker van objectief moeten wisselen. Erg praktisch is dat niet omdat je dan allerlei lenzen moet meesjouwen en het gevaar dat er stof je camera binnen komt tijdens het wisselen is natuurlijk groot.
Objectief van de compact– en bridgecamera
Tot nu toe hebben we het over een objectief gehad dat je op de body van je Spiegelreflex- of Systeemcamera bevestigt. Maar bij een Compact- en Bridgecamera is de body en het objectief één geheel. Het objectief kun je dus niet omwisselen voor een ander. Objectieven van deze camera’s hebben altijd een variabel brandpunt, van groothoek tot zoom. Dit is praktisch omdat je voor de meeste fotosituaties wel de mogelijkheid hebt voor een goede beelduitsnede, of het nu gaat om veel beeld (bijvoorbeeld voor landschappen of juist inzoomen (bijvoorbeeld voor vogels). Vaak zijn de objectieven ook lichtgevoeliger met een grootste diafragma tot f 2.8.
Cropfactor
Dit onderdeel is tamelijk technisch en het maakt voor je fotografie op zich niet zo heel veel uit. Toch is het belangrijk er iets vanaf te weten (om meteen weer te vergeten). Als je een cropcamera hebt dan betekent dit dat de beeldsensor kleiner is dan de beeldsensor van een fullframe camera (35mm). Vandaar de term cropcamera. De brandpuntsafstand die op je objectief staat is dan niet de werkelijke (effectieve) brandpuntafstand. Stel, 50mm bij een cropcamera levert een andere beelduitsnede uit dan bij een fullframe. Bij de cropcamera heb je een beetje minder beeld.
Dit heeft dus te maken met de cropfactor (verkleiningsgetal) voor sensoren die kleiner zijn dan 35mm. En hier zit ook nog een afhankelijkheid met het type sensor dat in de camera zit (APS-C, Four thirds, 1 inch). Wil je daar meer over weten kijk dan even hier. De cropfactor vind je in de handleiding van je camera onder de technische informatie (en natuurlijk op het internet). Als je weet wat de cropfactor van jouw camera is kun je eenvoudig de werkelijke (effectieve) brandpuntsafstand van je objectief berekenen.
De meest voorkomende cropfactoren voor spiegelreflexcamera’s zijn voor Nikon en Sony 1.5*, voor Canon 1.6* voor Olympus en Panasonic systeemcamera 1.9*, voor Nikon CX systeemcamera 2.7*. Voor Compact- en Bridgecamera is de cropfactor meestal nog groter.
(* waardes zijn afgerond)
Een rekenvoorbeeld:
Je hebt een objectief met een brandpunt 18mm en de cropfactor van je camera is 1.5. Het werkelijke (of liever effectieve) brandpunt is dan 18 x 1.5 = 27mm. Het te fotograferen object is een stukje naar voren gekomen alsof je iets hebt ingezoomd.
Heb je over dit onderwerp vragen of wil je meer leren over de basistechnieken van fotograferen, volg dan de basiscursus fotograferen, waar we ook de belangrijkste instellingen, functies en knoppen van jouw camera uitvoering behandelen. Uiteraard mag je mij ook altijd een vraag stellen. Klik dan hier.